Huishoudelijk reglement

Artikel 1

1. De vereniging genaamd Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA) hierna te noemen "de vereniging" is opgericht op 1 mei 2007 en is statutair gevestigd te Amsterdam.

2. Het huishoudelijk reglement is van toepassing in onverbrekelijke samenhang met de statuten van de vereniging, zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en geheel opnieuw vastgesteld bij notariële akte op 9 mei 2022.

Toelating gewone leden

Artikel 2

1. Het gewone lidmaatschap staat uitsluitend open voor hen die voldoende in het strafrecht gespecialiseerd zijn.

2. Daaronder wordt verstaan dat het lidmaatschap open staat voor hen die: a. minimaal een jaar op het tableau staan ingeschreven als advocaat; b. niet langer dan acht jaar op het tableau staan ingeschreven als advocaat; c. hebben afgerond of volgen van de Nederlandse Orde van Advocaten; i. de beroepsopleiding oude stijl, of; ii. de beroepsopleiding met de leerlijn / major Straf(proces)recht, of; iii. de hoofdpraktijk Strafrecht; d. aannemelijk kunnen maken dat zij een praktijk voeren met daarin minimaal zeventig procent (70 %) strafzaken.

3. Voor gewone leden die nog in hun stage zitten en derhalve nog advocaat-stagiaire zijn, geldt als aanvullende voorwaarde dat zij een verklaring overleggen van hun patroon (in aanvulling op de eis van lid 2 onder b) waaruit blijkt dat zij zich voor minimaal zeventig procent (70 %) met het strafrecht bezig houden.

Voortzetting lidmaatschap

Artikel 3

1. Voor voortzetting van het lidmaatschap gelden de navolgende vereisten:

a. Leden dienen binnen twaalf (12) maanden na verkrijging van het lidmaatschap deel te nemen aan het gehele programma van de NVJSA Strafrechtgame.

b. Het vereiste van sub a geldt niet voor leden die reeds voor het verkrijgen van het lidmaatschap volledig hebben deelgenomen aan de NVJSA Strafrechtgame.

c. Leden dienen indien het Bestuur hen dit verzoekt aan het Bestuur aan te tonen dat ze in het aan het verzoek voorafgaande verenigingsjaar tenminste tien (10) Permanente Opleidingspunten zoals bedoeld in de Verordening Permanente Opleiding hebben behaald op het gebied van strafrecht dan wel in het voorafgelegen verenigingsjaar hebben deelgenomen aan de Beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten. De bewijsmiddelen hiervoor dienen hiertoe overgelegd te worden aan het Bestuur binnen twee maanden nadat het verzoek is gedaan.

d. Voor leden die niet het gehele verenigingsjaar lid zijn geweest en voor leden die gedurende het verenigingsjaar hun stage afronden, geldt dat zij tenminste het aantal Permanente Opleidingspunten op het gebied van strafrecht dienen te behalen evenredig aan het aantal maanden van lidmaatschap respectievelijk het aantal maanden na afloop van de stage in het vooraf gelegen verenigingsjaar.

e. Voor leden die in het betreffende verenigingsjaar niet werkzaam zijn geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid of zwangerschapsverlof geldt dat zij tenminste het aantal Permanente Opleidingspunten op het gebied van strafrecht dienen te behalen evenredig aan het aantal maanden dat zij (niet als advocaatstagiaire) werkzaam zijn geweest in dat verenigingsjaar.

f. Leden op wie sub e van toepassing is, dienen indien het Bestuur hen dit verzoekt binnen twee maanden na het einde van het verenigingsjaar waarin de ziekte, de arbeidsongeschiktheid of het zwangerschapsverlof zich heeft voorgedaan, aan het Bestuur deze omstandigheid aan te tonen.

g. Leden dienen daarnaast jaarlijks minimaal twee door het Bestuur erkende NVJSAactiviteiten bij te wonen, met uitzondering van het jaar waarin het lidmaatschap aanvangt.

h. Indien minder dan zes NVJSA-activiteiten in één verenigingsjaar plaatsvinden, vervalt het vereiste uit sub g.

Contributie

Artikel 4

1. Ieder lid is verplicht de door de Algemene Vergadering vastgestelde contributie te voldoen binnen de termijnen genoemd op de factuur die ieder lid ontvangt.

2. Indien een lid verzuimt te betalen binnen de eerste termijn genoemd op de factuur, ontvangt deze een herinnering tot betaling.

3. Indien het lid wederom verzuimt de factuur binnen de in de herinnering genoemde termijn te voldoen, ontvangt deze een aanmaning.

4. Als het lid ook naar aanleiding van de aanmaning de factuur niet voldoet binnen de termijn genoemd in de aanmaning, ontvangt het lid een ingebrekestelling. In deze ingebrekestelling wordt het lid door het bestuur op het volgende gewezen:

a. dat wanneer het lid wederom de factuur niet voldoet binnen de in de ingebrekestelling genoemde termijn, het bestuur een incassobureau zal inschakelen ter voldoening van de factuur. Alle aan de incasso verbonden kosten, welke minimaal 15% van de hoofdsom bedragen met een minimum van € 40,-, komen op grond van de Wet Incassokosten voor rekening van het lid;

b. dat wanneer het lid wederom de factuur niet voldoet binnen de in de ingebrekestelling genoemde termijn, het bestuur (ongeacht of het bestuur besluit een incassobureau in te schakelen) het lidmaatschap van het lid per 1 januari van het volgende verenigingsjaar kan beëindigen conform artikel 11 lid 1 sub d jo. artikel 9 van de Statuten.

Ontheffing

Artikel 5

1. Op grond van artikel 10 van de statuten kan van de vereisten tot toelating alsmede de vereisten tot voortzetting van het lidmaatschap ontheffing verleend worden.

2. Daartoe dient een schriftelijke verzoek tot ontheffing aan het Bestuur gericht te worden, uit welk verzoek dient te blijken dat en waarom aan de gestelde vereisten niet voldaan kan worden.

3. Het Bestuur beslist schriftelijk op dat verzoek.

4. Bij een afwijzing van een verzoek om ontheffing van het bepaalde in artikel 3 van dit reglement, kan een lid in beroep bij de Commissie van Beroep, als bedoeld in artikel 12 van de statuten, mits een dergelijk beroep schriftelijk wordt ingesteld binnen dertig (30) dagen na dagtekening van de in lid 3 bedoelde beslissing van het Bestuur.

5. Bij een afwijzing van een verzoek om ontheffing van het bepaalde in artikel 2 van dit reglement staat beroep open op grond van artikel 6 lid 5 van de statuten.

Commissies

Artikel 6

1. Op grond van artikel 16 lid 3 van de statuten is het Bestuur bevoegd commissies te benoemen.

2. De benoeming tot lid van een commissie geschiedt, behoudens tussentijds bedanken, voor één jaar of tot de opdracht is volbracht of ingetrokken.

3. Bij het besluit tot instelling van een commissie worden de samenstelling, taak, bevoegdheid en werkwijze van de commissie in een instructie vastgelegd.

4. Elke commissie rapporteert tenminste één keer per kalenderjaar over de voortgang van zijn werkzaamheden aan het Bestuur.

5. Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee leden van de commissie dit wenselijk achten.

6. Een commissie is verantwoording schuldig aan het Bestuur.

7. Jaarlijks worden in ieder geval de navolgende commissies benoemd: a. Kascommissie; b. Buitenlandse reiscommissie; c. Strafrechtgamecommissie; d. Rinder-commissie; e. Continuïteitscommissie; f. Commissie waakhond.

8. Tweejaarlijks wordt een congrescommissie benoemd.

Wangedrag

Artikel 7

Indien leden van de NVJSA tijdens een activiteit van de NVJSA of terwijl zij de NVJSA vertegenwoordigen, wangedrag vertonen, kan het bestuur passende maatregelen nemen om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen en te voorkomen dat de vereniging (verder) in diskrediet wordt gebracht.

1. Onder wangedrag wordt in ieder geval verstaan het plegen van strafbare feiten, waaronder begrepen feiten die op de plek waar de activiteit plaatsvindt strafbaar zijn.

2. De passende maatregelen die het bestuur kan nemen bestaan uit het uitsluiten van verdere deelname aan de betreffende activiteit, alsmede uitsluiting van deelname aan andere activiteiten van de vereniging. Voorts kan besloten worden tot royement.

3. Alvorens tot het nemen van maatregelen over te gaan, hoort het bestuur de betrokkene. Indien wordt overwogen tot royement over te gaan, vraagt het bestuur advies aan ten minste 3 bijzondere leden.

4. Tegen beslissingen op basis van dit artikel, staat beroep open bij de Commissie van Beroep.

Slotbepalingen

Artikel 8

1. Ieder lid en verenigingsorgaan heeft zich te houden aan de bepalingen van dit reglement.

2. In gevallen waarin door dit reglement of de statuten niet wordt voorzien, beslist het Bestuur behoudens haar verantwoording aan de algemene ledenvergadering.

3. De vereniging is niet aansprakelijk voor ziekte, ongevallen of schade van welke aard dan ook, ongeacht welke oorzaak. Leden en donateurs zijn te allen tijde verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid en gezondheid.

4. Na vaststelling van het reglement wordt zo spoedig mogelijk de tekst bekend gemaakt aan de leden.

5. Dit huishoudelijk reglement en alle navolgende wijzigingen van dit reglement treden in werking 14 dagen na het verschijnen van een informatie-uiting waarin de tekst van het reglement is opgenomen.

Aldus vastgesteld door het Bestuur op 31 mei 2022.